Foto Simones kookboek

zondag 2 maart 2014
Brownies
Als je brownies langere tijd op een lage temperatuur (150 C. ) bakt, krijgt het beslag meer kans om te rijzen. De lucht in de browniemassa kan tijdens het opwarmen goed uitzetten, zodat de brownie een cakeachtige structuur krijgt. Is de oventemperatuur hoger (ca. 175 C.) dan wordt er eerder een korst gevormd waardoor het vocht uit de browniemassa minder goed weg kan. De brownie rijst minder en de binnenkant blijft dan wat natter. Dit geeft een meer toffeeachtig effect.
Pecannotenflan
Ingrediënten
Bereiding
Zeef de bloem in een kom. Voeg zout, 10 gram suiker en 85 gram boter toe. Snij met twee messen de boter in stukjes. Verkruimel het deeg tussen de handen tot het op paneermeel lijkt. Voeg het ijswater toe en kneed er een bal van. Laat deze ca. 20 minuten rusten in de koelkast. Bekleed de quichevorm met het deeg. Prik gaatjes in de bodem. Verwarm de oven voor op 180 graden. Smelt de chocolade au bain marie samen met 40 gram boter. Laat dit afkoelen en meng de siroop, cognac en eidooiers erdoor. Roer de zure room erdoor en schep dan 2/3 van de noten erdoor. Klop de eiwitten stijf met 110 gram suiker en spatel dit door het mengsel. Schep het mengsel in de vorm en verdeel de rest van de noten erover. Bak de flan in de oven in 25-30 minuten gaar. Laat de taart afkoelen en snij er punten van. Klop de slagroom bijna stijf en geef dit bij de taart.
- 185 gram bloem
- snufje zout
- 120 gram suiker
- 125 gram boter
- 2-3 el. ijswater
- 120 gram pure chocolade
- 1 dl ahornsiroop of golden syrup
- 3 el. cognac
- 3 eieren, gesplitst
- 1,25 dl. zure room
- 200 gram pecannoten
- 1,5 dl slagroom
- taartvorm van 26 cm. doorsnede.
Bereiding
Zeef de bloem in een kom. Voeg zout, 10 gram suiker en 85 gram boter toe. Snij met twee messen de boter in stukjes. Verkruimel het deeg tussen de handen tot het op paneermeel lijkt. Voeg het ijswater toe en kneed er een bal van. Laat deze ca. 20 minuten rusten in de koelkast. Bekleed de quichevorm met het deeg. Prik gaatjes in de bodem. Verwarm de oven voor op 180 graden. Smelt de chocolade au bain marie samen met 40 gram boter. Laat dit afkoelen en meng de siroop, cognac en eidooiers erdoor. Roer de zure room erdoor en schep dan 2/3 van de noten erdoor. Klop de eiwitten stijf met 110 gram suiker en spatel dit door het mengsel. Schep het mengsel in de vorm en verdeel de rest van de noten erover. Bak de flan in de oven in 25-30 minuten gaar. Laat de taart afkoelen en snij er punten van. Klop de slagroom bijna stijf en geef dit bij de taart.
Amandeltaart met frambozenjam
Ingrediënten
Bereiding
Maak een deeg van de amandelen, bloem, boter, eidooiers, suiker, kirsch, kruiden, citroenrasp en de cacao. Druk 2/3 deel hiervan uit in de vorm. Vorm een opstaand randje van 2,5 cm. hoogte.
Verwarm de oven voor op 175 C. Bestrijk de bodem met de jam. Vorm van de rest van het deeg een rol van ca. 20 cm. lengte. en rol deze op een dun met bloem bestoven werkvlak uit tot een rechthoekige lap van 28x12-15 cm. Snij hiervan lange repen deeg van ca. 1 cm breedte en leg deze in een ruitpatroon over de taart. Werk de rand mooi af met lange deegrepen en kwast de deegruiten in met losgeklopt ei.
Bak de amandeltaart in het midden van de oven in 45-55 min. goudbruin en gaar.
- 250 gr amandelen, gemalen
- 250 gr bloem
- 250 gr koude boter
- 2 eierdooiers
- 250 gr suiker
- 2 tl kirsch
- 1/4 tl pimentpoeder
- 2 tl kaneel
- 2 tl citroenrasp
- 1 el cacao
- 200 gr frambozenjam
- 1 ei, losgeklopt
- taartvorm van 20x30 cm.
Bereiding
Maak een deeg van de amandelen, bloem, boter, eidooiers, suiker, kirsch, kruiden, citroenrasp en de cacao. Druk 2/3 deel hiervan uit in de vorm. Vorm een opstaand randje van 2,5 cm. hoogte.
Verwarm de oven voor op 175 C. Bestrijk de bodem met de jam. Vorm van de rest van het deeg een rol van ca. 20 cm. lengte. en rol deze op een dun met bloem bestoven werkvlak uit tot een rechthoekige lap van 28x12-15 cm. Snij hiervan lange repen deeg van ca. 1 cm breedte en leg deze in een ruitpatroon over de taart. Werk de rand mooi af met lange deegrepen en kwast de deegruiten in met losgeklopt ei.
Bak de amandeltaart in het midden van de oven in 45-55 min. goudbruin en gaar.
Appelsijstaart met walnoten
Ingrediënten
Voor het taartdeeg:
Bereiding:
Beslag maken
Doe de bloem, het bakpoeder, de boter, basterdsuiker en zout in een ruime kom. Snij de boter met 2 messen door de bloemmassa in kleine stukjes. Wrijf met de vingertoppen het deeg tot een kruimelig mengsel. Je kunt hiervoor ook de kneedhaken van de mixer of de keukenmachine gebruiken.
Deeg kneden
Voet het ei en de citroenrasp toe. Duw het mengsel samen en stort het op een dun met bloem bestrooid werkvlak. Kneed het mengsel snel tot een soepel deeg. Kneed niet te lang; warme handen maken de boter zachter, waardoor het deeg te compact en hard wordt. Laat het deeg afgedekt minimaal 30 min. rusten in de koelkast.
Deeg verdelen over de bakvorm
Verwarm de oven voor op 200 C. Druk het deeg in de vorm gelijkmatig uit naar alle kanten en vorm een opstaand randje tegen de wand. Prik de bodem gelijkmatig op veel plaatsen in.
Taartbodem voor bakken met steunvulling
Als je een taart maakt met vochtige vulling, kun je de deegbodem het best eerst voorbaken met een steunvulling. Beleg de ingevette taartbodem met een flink stuk bakpapier en leg de steunvulling erin. Bak de bodem in het midden van de oven 20-25 min.
Taart vullen en bakken
Neem de taartbodem uit de oven, laat hem 10 min. afkoelen en verwijder het bakpapier met de steunvulling. Meng voor de vulling de appelschijfjes, krenten, helft van de walnoten, suiker, het citroensap en kaneelpoeder. Meng het spijs met het ei en de citroenrasp en verdeel het mengsel gelijkmatig over de taartbodem. Schep de appelvulling erop en druk deze gelijkmatig en licht aan. Bestrooi de vulling met de rest van de walnoten. Bak de taart in het midden van de oven in 35-40 min. bruin en gaar. Neem de taart uit de oven en laat hem 10 min. afkoelen. Snij de rand voorzichtig los en verwijder de springvorm. Laat de taart op een rooster verder afkoelen.
Voor het taartdeeg:
- 300 gr bloem
- 1 el bakpoeder, gezeefd
- 175 gr koude boter
- 125 gr witte basterdsuiker
- snuf zout
- 1 ei
- 1 tl citroenrasp.
- 750 gr friszure appels (geen moesappels), geschild, in dunne partjes
- 50 gr krenten
- 200 gr gepelde walnoten
- 40 gr suiker
- 2 el citroensap
- 1 tl kaneelpoeder
- 1 pakje amandelspijs
- 1 ei
- 1 tl citroenrasp.
Bereiding:
Beslag maken
Doe de bloem, het bakpoeder, de boter, basterdsuiker en zout in een ruime kom. Snij de boter met 2 messen door de bloemmassa in kleine stukjes. Wrijf met de vingertoppen het deeg tot een kruimelig mengsel. Je kunt hiervoor ook de kneedhaken van de mixer of de keukenmachine gebruiken.
Deeg kneden
Voet het ei en de citroenrasp toe. Duw het mengsel samen en stort het op een dun met bloem bestrooid werkvlak. Kneed het mengsel snel tot een soepel deeg. Kneed niet te lang; warme handen maken de boter zachter, waardoor het deeg te compact en hard wordt. Laat het deeg afgedekt minimaal 30 min. rusten in de koelkast.
Deeg verdelen over de bakvorm
Verwarm de oven voor op 200 C. Druk het deeg in de vorm gelijkmatig uit naar alle kanten en vorm een opstaand randje tegen de wand. Prik de bodem gelijkmatig op veel plaatsen in.
Taartbodem voor bakken met steunvulling
Als je een taart maakt met vochtige vulling, kun je de deegbodem het best eerst voorbaken met een steunvulling. Beleg de ingevette taartbodem met een flink stuk bakpapier en leg de steunvulling erin. Bak de bodem in het midden van de oven 20-25 min.
Taart vullen en bakken
Neem de taartbodem uit de oven, laat hem 10 min. afkoelen en verwijder het bakpapier met de steunvulling. Meng voor de vulling de appelschijfjes, krenten, helft van de walnoten, suiker, het citroensap en kaneelpoeder. Meng het spijs met het ei en de citroenrasp en verdeel het mengsel gelijkmatig over de taartbodem. Schep de appelvulling erop en druk deze gelijkmatig en licht aan. Bestrooi de vulling met de rest van de walnoten. Bak de taart in het midden van de oven in 35-40 min. bruin en gaar. Neem de taart uit de oven en laat hem 10 min. afkoelen. Snij de rand voorzichtig los en verwijder de springvorm. Laat de taart op een rooster verder afkoelen.
Venkel en zeeduivel gemarineerd in rodebietensap
Ingrediënten
Bereiding
Pureer de basilicum met 1 dl extra vierge olijfolie in de keukenmachine of met de staafmixer. Zet een bolzeef op een kom en leg een stuk passeerdoek in de zeef. Schenk er de basilicumpuree in en zet de kom een nacht weg.
Pureer de bieten met 1 dl olijfolie, het citroensap en 1/2-1 tl zout en peper. Leg de zeeduivelfilet in een schaal, schep er de bietenmarinade over en laat de vis 12 uur in de koelkast marineren. Neem de vis uit de marinade en snijd hem in plakken.
Verwarm de oven voor op 75 C. Doe de plakken venkel in een ovenschaal en giet er zoveel olijfolie over dat de venkel net onder staat. Laat de venkel in de oven in ca. 1 uur konfijten.
Maak van de bloem en een snufje zout een bergje. Maak er een kuiltje in en breek het ei erin. Meng bloem en ei van buiten naar binnen met de vingertoppen. Voeg als alles gemengd is, een scheutje olijfolie toe en kneed alles snel tot een samenhangend deeg. Rol het deeg met een pastamachine of deegroller uit tot 8 zo dun mogelijke lasagnevellen (10x10 cm).
Verhit de zonnebloemolie met een scheutje olijfolie in een pan tot 175 C. Frituur het deeg in ca. 30 sec. goudbruin. Frituur niet meer dan 4 plakken tegelijk en laat ze uitlekken op keukenpapier. Leg op elk bord 1/8 van de rucola, daarop achtereenvolgens een vel pasta, 1/8 van de plakken zeeduivel met bietenpuree, 1/4 van de rucola, een plak venkel, een vel pasta en eindig met 1/4 van de plakken zeeduivel met biet. Leg er een gefrituurd sardientje op en druppel er de uitgelekte basilicumolie omheen.
- 1 bosje basilicum
- 1 dl extra vierge olijfolie
- 2 middelgrote rode bieten, geschild, gekookt
- 1 dl olijfolie + extra
- sap van 1 citroen
- zeezout en versgemalen zwarte peper
- 200 gr zeeduivelfilet
- 1 venkelknol in 4 dunne plakken
- 100 gr grano duro 00
- 1 groot ei
- zonnebloemolie om te frituren
- 24 takjes rucola (15-20 gr)
- 4 gefrituurde sardines.
Bereiding
Pureer de basilicum met 1 dl extra vierge olijfolie in de keukenmachine of met de staafmixer. Zet een bolzeef op een kom en leg een stuk passeerdoek in de zeef. Schenk er de basilicumpuree in en zet de kom een nacht weg.
Pureer de bieten met 1 dl olijfolie, het citroensap en 1/2-1 tl zout en peper. Leg de zeeduivelfilet in een schaal, schep er de bietenmarinade over en laat de vis 12 uur in de koelkast marineren. Neem de vis uit de marinade en snijd hem in plakken.
Verwarm de oven voor op 75 C. Doe de plakken venkel in een ovenschaal en giet er zoveel olijfolie over dat de venkel net onder staat. Laat de venkel in de oven in ca. 1 uur konfijten.
Maak van de bloem en een snufje zout een bergje. Maak er een kuiltje in en breek het ei erin. Meng bloem en ei van buiten naar binnen met de vingertoppen. Voeg als alles gemengd is, een scheutje olijfolie toe en kneed alles snel tot een samenhangend deeg. Rol het deeg met een pastamachine of deegroller uit tot 8 zo dun mogelijke lasagnevellen (10x10 cm).
Verhit de zonnebloemolie met een scheutje olijfolie in een pan tot 175 C. Frituur het deeg in ca. 30 sec. goudbruin. Frituur niet meer dan 4 plakken tegelijk en laat ze uitlekken op keukenpapier. Leg op elk bord 1/8 van de rucola, daarop achtereenvolgens een vel pasta, 1/8 van de plakken zeeduivel met bietenpuree, 1/4 van de rucola, een plak venkel, een vel pasta en eindig met 1/4 van de plakken zeeduivel met biet. Leg er een gefrituurd sardientje op en druppel er de uitgelekte basilicumolie omheen.
Tomatengelei met mozzarella in carozza
Maak de basilicumolie een dag van tevoren, dan wordt deze intenser van kleur en smaak.
Ingrediënten
Bereiding
Pureer het halve bosje basilicum met de olijfolie in de keukenmachine of met een staafmixer. Zet een bolzeef op een kom en leg een stuk passeerdoek in de zeef. Schenk er de gepureerde basilicum in en zet de kom een nacht weg.
Week de gelatine 5 min. in ruim koud water. Pureer de tomaten met 6 basilicumblaadjes en breng op smaak met zout en peper. Verwarm 2 dl van de gepureerde tomaten in een pannetje en los hierin al roerend de uitgeknepen gelatine op. Meng het gelatinemengsel met de rest van de tomatenpuree en verdeel dit over de ingevette vormpjes. Laat de gelei ca. 4 uur opstijven in de koelkast.
Verhit een ruime hoeveelheid zonnebloemolie met een scheut olijfolie in een frituurpan tot 170 C. Haal de plakken mozzarella door het losgeklopte ei en wentel ze vervolgens door het paneermeel. Herhaal dit, zodat de plakken rondom een mooi korstje krijgen. Bak de plakken mozzarella in ca. 3 min. goudbruin in de hete olie en laat ze uitlekken op keukenpapier.
Verhit de olie verder tot 180 C. Frituur de stukjes bleekselderij en 8 basilicumblaadjes razendsnel in de olie, zodat ze knapperig en mooi transparant zijn, maar niet gekleurd. Laat ze uitlekken op keukenpapier.
Snijd de randen van de gelei voorzichtig los van de vormpjes. Dompel de geleivormpjes heel even in heet water en keer ze voorzichtig om op de borden. Halveer de plakken mozzarella en leg de twee helften op de koude gelei. Druppel er snel de uitgelekte basilicumolie omheen en garneer met de gefrituurde basilicum en de bleekselderij. Dien direct op.
Ingrediënten
- 25 gr basilicum + 14 mooie blaadjes
- 1/2 dl extra vierge olijfolie + 1 scheut extra
- 8 blaadjes witte gelatine
- 8 pomodoritomaten ontveld, zaadjes verwijderd
- zeezout en versgemalen zwarte peper
- zonnebloemolie om te frituren
- 4 plakken buffelmozzarella (ca. 150 gr)
- 1 ei losgeklopt
- paneermeel
- 4 stukjes bleekselderij met blad
- 4 vormpjes van 8 cm doorsnede, ingevet.
Bereiding
Pureer het halve bosje basilicum met de olijfolie in de keukenmachine of met een staafmixer. Zet een bolzeef op een kom en leg een stuk passeerdoek in de zeef. Schenk er de gepureerde basilicum in en zet de kom een nacht weg.
Week de gelatine 5 min. in ruim koud water. Pureer de tomaten met 6 basilicumblaadjes en breng op smaak met zout en peper. Verwarm 2 dl van de gepureerde tomaten in een pannetje en los hierin al roerend de uitgeknepen gelatine op. Meng het gelatinemengsel met de rest van de tomatenpuree en verdeel dit over de ingevette vormpjes. Laat de gelei ca. 4 uur opstijven in de koelkast.
Verhit een ruime hoeveelheid zonnebloemolie met een scheut olijfolie in een frituurpan tot 170 C. Haal de plakken mozzarella door het losgeklopte ei en wentel ze vervolgens door het paneermeel. Herhaal dit, zodat de plakken rondom een mooi korstje krijgen. Bak de plakken mozzarella in ca. 3 min. goudbruin in de hete olie en laat ze uitlekken op keukenpapier.
Verhit de olie verder tot 180 C. Frituur de stukjes bleekselderij en 8 basilicumblaadjes razendsnel in de olie, zodat ze knapperig en mooi transparant zijn, maar niet gekleurd. Laat ze uitlekken op keukenpapier.
Snijd de randen van de gelei voorzichtig los van de vormpjes. Dompel de geleivormpjes heel even in heet water en keer ze voorzichtig om op de borden. Halveer de plakken mozzarella en leg de twee helften op de koude gelei. Druppel er snel de uitgelekte basilicumolie omheen en garneer met de gefrituurde basilicum en de bleekselderij. Dien direct op.
Boerenkoollasagne
Ingrediënten
Bereiding
- 250 gr kastanjechampignons
- 3 tenen knoflook, fijngehakt
- 1 ui, fijngesneden
- 200 gr hüttenkäse
- 100 gr ricotta
- lasagnevellen
- 2 el geraspte Parmezaan
- 3 el sherry of rodewijnazijn
- flinke snuf chilipoeder
- 75 gr boerenkool, fijngesneden
- 30 gr geraspte kaas
- peper en zout
- 1 el paneermeel
- 2 el pijnboompitjes.
Bereiding
Verwarm de oven voor op 200°C en vet een ovenschaal in met wat olie of boter.
Maak de champignons schoon, snijd ze in kwarten en bak ze samen met de knoflook, de ui en het chilipoeder even aan. Voeg de sherry toe en laat inkoken.
Meng ondertussen de boerenkool met de Hüttenkäse, geraspte kaas en ricotta en breng op smaak met zout en peper.
Beleg de bodem van de ovenschaal met een lasagnevel. Verdeel daarop 1/3 van het boerenkoolmengsel en druk goed uit. Schep de helft van de champignons erop.
Leg er weer een lasagnevel erop, verdeel het boerenkoolmengsel erover en de resterende champignons.
De laatste laag: leg het laatste lasagnevel erop en schep het resterende boerenkoolmengsel eroverheen. Zorg dat het hele lasagnevel goed bedekt is, dicht te gaten eventueel met wat ricotta.
Dek nu af met het paneermeel, de pijnboompitjes en de geraspte kaas.
Bak 20 minuten in de oven tot de bovenkant goudbruin is en de lasagnevellen gaar zijn.
Maak de champignons schoon, snijd ze in kwarten en bak ze samen met de knoflook, de ui en het chilipoeder even aan. Voeg de sherry toe en laat inkoken.
Meng ondertussen de boerenkool met de Hüttenkäse, geraspte kaas en ricotta en breng op smaak met zout en peper.
Beleg de bodem van de ovenschaal met een lasagnevel. Verdeel daarop 1/3 van het boerenkoolmengsel en druk goed uit. Schep de helft van de champignons erop.
Leg er weer een lasagnevel erop, verdeel het boerenkoolmengsel erover en de resterende champignons.
De laatste laag: leg het laatste lasagnevel erop en schep het resterende boerenkoolmengsel eroverheen. Zorg dat het hele lasagnevel goed bedekt is, dicht te gaten eventueel met wat ricotta.
Dek nu af met het paneermeel, de pijnboompitjes en de geraspte kaas.
Bak 20 minuten in de oven tot de bovenkant goudbruin is en de lasagnevellen gaar zijn.
Witte chocolademelk
Ingrediënten
Bereiding
Verwarm in een steelpan de melk met de steranijs gedurende ca. 10 min. op laag vuur. Voeg de chocolade toe en laat het al roerend smelten. Verwijder de steranijs en klop de slagroom stijf. Serveer de melk in kleine glazen met 1 flinke el slagroom. Bestrooi met de zilverpillen.
- 6 dl melk
- 1 steranijs
- 75 gr witte chocolade
- 2 dl slagroom
- zilverpillen.
Bereiding
Verwarm in een steelpan de melk met de steranijs gedurende ca. 10 min. op laag vuur. Voeg de chocolade toe en laat het al roerend smelten. Verwijder de steranijs en klop de slagroom stijf. Serveer de melk in kleine glazen met 1 flinke el slagroom. Bestrooi met de zilverpillen.
Abonneren op:
Posts (Atom)