Voor ca. 50 stuks
- 150 gr bloem
- 150 gr amandelmeel
- 40 gr maïzena
- 1 sinaasappel
- 180 gr zachte boter
- 120 gr + 4 gr fijne kristalsuiker
- 1/2 tl zout
- 1 tl kaneelpoeder.
Bereiding
Meng de bloem met het amandelmeel en de maïzena. Was de sinaasappel met heet water en wrijf hem droog. Rasp de schil er fijn af. Pers 1 helft van de sinaasappel uit. Klop de boter met 120 gr suiker en het zout met een handmixer romig. Klop er 1 el sinaasappelsap en de sinaasappelschil doorheen. Kneed het bloemamandelmengsel erdoorheen. Halveer het deeg en vorm van beide helften een rol van ca. 15 cm. lang en 5 cm. doorsnede.
Meng 4 el suiker met het kaneelpoeder. Rol de deegrollen door de helft van de kaneelsuiker. Druk de kaneelsuiker een beetje aan. Wikkel de deegrollen in vershoudfolie en leg ze ca. 1 uur in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 175C. Snijd de deegrollen in plakjes van ca. 1/2 cm dik. Leg de plakjes op 2 met bakpapier beklede bakplaten.
Bak de koekjes 10-12 minuten in de oven. Steek uit het midden van de nog warme koekjes een rond gaatje (ca. 7 mm doorsnede). Laat de koekjes afkoelen op de bakplaat. Rol de randjes van de koekjes door de overige kaneelsuiker.