Het brood
- 250 gr patentbloem + extra om te bestuiven
- 5 gr zout
- 8 gr instantgist
- 50 gr zachte boter + extra om in te vetten
- 135 ml volle melk, verwarmd tot handwarm
- 1 ei, losgeklopt.
- 120 gr gedroogde abrikozen, in stukjes
- 150 ml sinaasappelsap
- 90 gr zachte boter
- 70 gr lichtbruine basterdsuiker
- 35 gr tarwebloem
- 60 gr rozijnen
- 65 gr walnoten
- rasp van 1 sinaasappel
- 200 gr marsepein.
- 50 gr abrikozenjam
- 50 gr poedersuiker
- 35 gr amandelschaafsel
- ook nodig: grote schone plastic zak.
Bereiding
Laat voor de vulling de abrikozen de avond tevoren wellen in het sinaasappelsap.
Doe voor het deeg de bloem in een grote mengkom. Voeg het zout aan de ene kant van de komt toe en de gist aan de andere kant. Voeg de boter, melk en het ei toe en gebruik je vingers om alles van het midden uit te mengen. Ga door met mengen totdat je alle bloem van de zijkanten van de kom gemengd hebt. Veeg met het deeg de zijkanten van de kom schoon en werk naar het midden toe. Ga door tot het mengsel een zacht deeg is.
Leg het deeg op een licht met bloem bestoven werkvlak. Kneed het nu nog iets natte deeg ca. 6 min. tot het zacht en zijdeachtig glad is.
Leg het deeg nu in een licht met olie ingevette kom. Bedek met een theedoek en laat het rijzen tot het ten minste twee keer zo groot is geworden - minstens 1 uur, maar laat het gerust 2 tot zelfs 3 uur staan.
Maak de vulling als het deeg aan het rijzen is. Laat de abrikozen uitlekken. Klop de boter en basterdsuiker tot het licht en luchtig is. Meng er de uitgelekte abrikozen, tarwebloem, rozijnen, walnoten en geraspte sinaasappelschil doorheen.
Leg het gerezen deeg op een licht met bloem bestoven oppervlak, kneed het niet meer en rol het uit tot een rechthoek van ongeveer 33x25 cm. Leg het deeg met de lange kant naar je toe en verdeel het abrikozenmengsel er gelijkmatig over. Rol de marsepein op een dun met bloem bestoven oppervlak dun en gelijkmatig uit, iets kleiner dan de rechthoek deeg en leg dit op het abrikozemengsel. Rol de deeglap vanuit de lange kant stevig op, als een Zwitserse cakerol. Rol de naad dicht. Snijd de rol nu in de lengte door, maar laat het aan een kant vastzitten als een paar benen. Draai de twee uiteinden in elkaar, zodat een spiraal ontstaat en maak ze vast, om een ronde kroon te vormen. Leg op een met bakpapier beklede bakplaat.
Doe de plaat in een schone plastic zak en laat het deeg 1 uur narijzen, of tot het ten minste 2x zo groot is geworden en snel terug veert als je er met een vinger op drukt.
Verwarm intussen de oven voor tot 200C. Bak de couronne 25-30 min., tot hij gerezen en goudbruin is. Leg hem op een rooster.
Verwarm de abrikozenjam langzaam, met een scheutje water. Zeef het en bestrijk het brood hiermee om het te glazuren. Meng de poedersuiker met 1/4 -1/2 el water voor een dun glazuur, druppel dit over het brood en strooi het amandelschaafsel erover. Laat afkoelen en drogen.
Bron: Paul Hollywood